PETIT CANICHE DE LA HOUSSAYE
Vachtstructuur van de poedel
Wij fokken met de kleurslagen zwart, wit en donker abrikoos / rood.
Nu volgt een bespreking van die 3 kleuren hoe die zou moeten zijn, en welke vachtstructuur je kan verwachten.
Zwart:
Het zwart is gitzwart, liefst met een mooie glans. Een bruine gloed mag niet voorkomen.Bij jonge honden kan dit zich wel eens voordoen, maar deze gloed verdwijnt meestal rond de leeftijd van een jaar. Veel in de zon lopen heeft hier ook een slechte invloed op. Bij het opgroeien kunnen er witte haren in de vacht opduiken, wat een normaal verschijnsel is bij zwarte poedels. De ene krijgt dit al sneller dan de andere, en het aantal kan erg verschillen. Deze witte haren zijn harder van structuur dan de zwarte. In het begin kan je ze er nog tussenuit halen door ze of te wel met de hand er uit te trekken of ze tot aan de huid kort te knippen verdwijnen doen ze echter niet, je kunt ze enkel even tegen houden in aantal. Heel anders zijn de witte haren die de op leeftijd gekomen zwarte poedel krijgt door ouderdoms vergrijzing. Ze zijn van een zachtere structuur, dichter bij elkaar gegroepeerd en beginnen rond de ogen, de lippen en aan de tippen van de tenen. Later zullen deze witte haartjes overal op het lichaam in aantal toenemen en krijgt de hond een meer grijsgetinte vacht, die meestal zachter en doffer is.
Bij de volwassen zwarte poedel kunnen er nog andere verschillen in structuur zijn. Zo heb je vachten die hard en droog aanvoelen, maar ze kunnen evengoed zacht en wollig zijn. De meeste zwart kleurigen hebben nochtans een dikke, zware stevige vacht. Het is mogelijk verschillende structuren op 1 en dezelfde hond aan te treffen. Wanneer een zwartkleurige poedel een wond heeft, kan het zijn dat de nieuwe haren die terug groeien na genezing, wit en hard van structuur zijn. Deze kunnen blijvend zijn. Het eventuel terug groeien van zwarte haren kan behoorlijk wat tijd vragen.
Wit:
Vooral bij opgroeiende puppy's is er een verschil in vachtstructuur als zo ook in egaliteit van kleur. Puppy's die uit fokzuivere witte honden voortkomen, worden volledig wit geboren. Worden ze geboren uit een foklijn waar zwarte voorouders zijn ingebracht, hebben ze praktisch allemaal een beige tot geelachtige verkleuring. Deze kenmerkt zich vooral door een beigekleurige band op de rug en een donkere rand aan de oren. Deze verkleuring is niet definitief maar kan wel tot aan de leeftijd van 2 jaar lichtjes merkbaar blijven.Witte honden met zulke verkleuring ontwikkelen meestal een volle zware vacht. Hou er rekening mee wanneer je een puppy aanschaft, dat deze beige verkleuring er op een natuurlijke wijze uitgroeit. Probeer zeker niet met alle mogelijke, tot zelfs schadelijke middelen, de verkleuring weg te krijgen, want enkel de tijd zal dit verhelpen.
Witte poedels zijn pas correct gepigmenteerd indien zij een donker huid en zwarte nagels, voetzolen en neus hebben. De huid gaat van een grijze huidskleur tot bijna zwart als de hond veel in de zon loopt. Deze donkere huidskleur wordt geprefereerd op de roze huidskleur. Die roze huid is nochtans geen fout, maar is mogelijk veel gevoeliger voor allergische reacties bij het gebruik van producten dan andere huidtypes. Als je de lange vacht van een witte poedel heel kort scheert, zal de hond eerst een roze huid vertonen. Deze zal verdonkeren bij blootstelling aan zonlicht, indien de donkere pigmentatie in de genen zit. Soms echter kunnen witte poedels bij de geboorte tijdelijk een roze huidskleur hebben die binnen de paar weken naar het donkergrijze over gaat. Bij de keuze van een puppy geef je best de voorkeur aan eentje met een reeds goed gepigmenteerde huid. Een met een roze getinte huid kan nog uitgroeien tot een volwassen hond met een degelijke pigmentatie, maar daar kan niemand garantie opgeven. De teennagels en de voetzolen dienen zwart gekleurd te zijn. Nagels die wit zijn, worden niet meer zwart. En voetzolen die enkele weken na de geboorte nog niet zwart gekleurd zijn, zullen dit ook niet meer worden. Bruine nagels worden nog aanvaard. Sommige puppy's kunnen met een roze of gespikkelde neus geboren worden. Heeft hun neus na enkele weken geen volledige zwarte kleur, dan zal hij die ook nooit meer krijgen. Goede zwarte neuzen kunnen tijdens de winterperiode, wanneer er minder zonlicht is, in kleur vervagen tot zelfs bruin worden. Zodra de zon weer voldoende schijnt, gaat de bruine kleur weer over naar zwart. Witte poedels die vanaf puppy af volledig wit zijn, hebben meestal een fijnere en donzigere vachtstructuur, welke veel op de structuur van onderhaar lijkt. Deze lichtere vachtstructuur kan sneller knopen vormen dan de hardere, beigere vacht. dit komt door de aangroei van het zachte onderhaar en de wrijving van de zachte dekharen tegen elkaar, wat klitvorming bevordert. Een volwassen witte poedel heeft dus, al naargelang zijn afstamming, of een wollige vacht of een met een harde structuur. die met de harde structuur is meestal makkelijker om te onderhouden. Bij een witte poedel zijn de nieuwe haren op een genezen wond gewoonlijk beiger van kleur, harder en liggen ze vlakker tegen de huid aan.
Abrikoos:
Bij de abrikooskleurigen doen zich evenveel verschillen voor in vachtstructuur als in kleur intensiteit. Hun kleur kan gaan van creme kleurig, naar oranje- abrikoos kleurig tot rood. Nochtans zijn de te lichtgetinte vachten niet gewenst.
Bij de abrikozen komen behoorlijk wat verschillende vachtkwaliteiten voor, waardoor er ook aangepaste manieren an onderhoud nodig zijn. Je hebt zachte vachten die nauwelijks volume hebben, maar er zijn er ook die een ontzettende dikke en zelfs zeer harde, volle vacht hebben. Als puppy hebben ze meestal een zachtere haar structuur en een vrij donkere kleur. Bij het opgroeien verstevigen de haren, maar kan de kleur verlichten. Het is op voorhand moeilijk in te schatten hoeveel lichter. de oren blijven veel langer donker van kleur dan de rest van het lichaam. Dit is net zoals bij witte poedels geen fout maar een jeugd verkleuring. een volwassen abrikooskleurige poedel heeft een mooie volle vacht die veel onderhoud vraagt. Op de genezen wond bij een abrikooskleurige poedel groeien er zeer donkere abrikoze haren terug.